Bali - Reisverslag uit Denpasar, Indonesië van Wollie - WaarBenJij.nu Bali - Reisverslag uit Denpasar, Indonesië van Wollie - WaarBenJij.nu

Bali

Blijf op de hoogte en volg Wollie

02 Augustus 2015 | Indonesië, Denpasar

De busrit naar Bali was ook een hele beleving op zich. Het was dus een onderdeel van de Bromo tour die we geboekt hadden en, op papier, zou deze inclusief vervoer naar Denpasar (de hoofdstad van Bali) zijn. Dat is mooi, want Bali is een eiland en over land moet je er dus met een ferry (klein uurtje) heen. In het ergste geval heb je vervoer tot aan de ferry op Java, neem je daarna de ferry en tenslotte vervoer op Bali naar Denpasar. Geweldig dus dat het vervoer naar Denpasar bij onze tour inbegrepen zat. Op papier prachtig, maar in de realiteit werd dit uitgevoerd door Indonesiërs. Dat wil zeggen, niet teveel moeite doen om net je belofte na te komen. Toen we de dag van Bromo klaarstonden in Probolinggo om naar Bali te vertrekken, schreeuwde een van de Indonesiërs rond 12:00: “Bali! Bali!” Dit moest je interpreteren als dat iedereen die de tour inclusief vervoer naar Denpasar had geboekt gauw klaar moest gaan staan, want de bus kwam eraan. Wat bleek nou: Het betrof een lokale busdienst op Java richting Bali. We waren met 13 toeristen en werden in alle haast de lokale bus ingeduwd, tussen alle locals die een beetje verontwaardigd aan het kijken waren. De Indonesiër van de travel agency wisselde nog wat geld uit met de man van de kaartjes van de bus en hop, daar gingen we. En dat was dus het laatste dat vanuit de tour georganiseerd was, kwamen we later achter! Dus wij als brave toeristen zitten en maar afwachten. Om de zoveel haltes kwamen er verkopers de bus in met drinken, snacks en soms zelfs hele gerechten (Nasi Goreng of Mie Goreng, met twijfelachtige kwaliteit, want een keer kwam er zelfs een muis uit lopen). Een aantal keer kwamen er zelfs jongeren met een gitaartje de bus in om ons te vermaken met hun muzikaal ’talent’ in de hoop wat te verdienen. Al deze mensen werden de halte erop gesommeerd de bus te verlaten. De bus bleef maar rijden en rijden en zonder verdere informatie, namen we aan dat het wel goed ging. Tot we rond 16:00 ineens op een bus terminal stopten en alle locals en het buspersoneel spontaan de bus verlieten. Uhhh…. Wat is hier de bedoeling van? Hebben we even de tijd om iets te halen of zo? De bus naast ons stond geparkeerd onder een bordje “Denpasar” en wij niet, maar ja, betekent dat dat we over moeten. Niemand zei verder iets tegen ons, dus wat doe je dan: rustig blijven zitten. De bus ging na een half uurtje inderdaad weer verder en bleef maar rijden en rijden. Het werd ondertussen donker en we kwamen weer aan op een bus terminal in een stadje net voor de ferry naar Bali. “Evenbody out!”, werd er gezegd. Uhhhh….. Maar we moeten naar Denpasar hoor! Kennelijk was dit het eindstation van de bus en was het inmiddels een uur of 23:00, terwijl we volgens de tour om 21:00 in Denpasar zouden zijn. We zeggen tegen het buspersoneel dat we nog naar Denpasar moeten, maar daar ging deze bus in ieder geval niet heen. “Bali? Follow me!”, zei een andere Indonesiër vervolgens en hij nam ons mee naar de straatkant. Hier zou binnen een ‘kwartiertje’ een nieuwe lokale bus komen die naar Bali zou gaan. Het bleek een Indonesisch kwartiertje, want na 1,5 uur was er nog geen bus. Gelukkig stond er een Indonesische jongen op een andere bus te wachten die goed genoeg Engels kon en hij wist ons te vertellen dat het vanaf dat punt nog ongeveer 30 minuten naar de ferry zou zijn, dan een uur met de ferry en dan 3 uur naar Denpasar. Uhhhhhhhh….. Laten we hopen dat dat niet waar is. Maar goed, je kunt op zo’n moment niks anders dan wachten. En warempel, er kwam een bus aan. Iedereen erin, ditmaal met alle baggage in de bus, want deze had geen laadruimte onderin. We zaten inmiddels allemaal verspreid door de bus praktisch bij de locals op schoot, toen de bus kennelijk een lekke band opgelopen had. Linksachter werd namelijk ineens opgetakeld en het buspersoneel ging buiten uitgebreid aan de slag het reservewiel te monteren. Ondertussen werden we in de bus getrakteerd op Indonesische pop- en discomuziek, want de bus had een mooi geluidssysteem (daar investeren ze dan kennelijk wel in) waar de buschauffeur z’n iPhone op aan had gesloten. Maar uiteindelijk gingen we hoor! En wonder boven wonder, en dat mocht inmiddels ook wel, reed de bus door naar de ferry, op de ferry en, na een half uurtje, op Bali van de ferry af richting Denpasar. En zo kwamen we dan toch op de plaats van bestemming aan, om 04:00.

Voor ons was het feest nog niet helemaal afgelopen, want we moesten natuurlijk nog naar onze accommodatie. Gelukkig waren we zo slim geweest iets voor 1 nacht in Denpasar zelf te boeken, dicht bij de bus terminal. Wouter had van tevoren het hotel opgezocht op Google Maps, dus gaan met die banaan. We hoefden inderdaad niet ver te lopen om op die plek uit te komen, maar echt koosjer was het niet. Oké, het was natuurlijk middernacht, maar het was een beetje een dubieus buurtje. De zwervers lagen hier en daar te slapen, de ratten speelden vrolijk op straat en er struinden wat dronken types rond. Eenmaal bij de accommodatie aangekomen, werden we begroet met een snauwend: “Full! No room!” Uh, dat kan best, maar we hebben geboekt hoor mevrouw. Nee, ze hield vol dat het vol was en dat we maar ergens anders moesten proberen. We drongen nog wat aan, maar ze wijkte niet. De voorkant van het pand leek ook niet echt op de foto’s die we gezien hadden tijdens het boeken, dus dat was wel raar. Uiteindelijk besloten we maar, op een van de hotel’s WiFi, via Skype te bellen naar het hotel. “Sorry boss, no speak English.” Zucht, dat kon er ook nog wel bij. Uiteindelijk met veel herhalen en rustig praten de jongen aan de andere kant van de lijn zover gekregen dat hij naar de bus terminal zou rijden waar we net vandaan kwamen. Prima, dus wij weer terug richting bus terminal, toen we werden ingehaald door een jongen op een motorfiets. Hij gebood ons achterop te klimmen. We twijfelden ten zeerste aan de haalbaarheid van zijn voorstel, aangezien we twee backpacks en twee day bags bij ons hadden. Hoe het gelukt is weten we nog steeds niet, maar het paste! Hij reed weer terug naar de dubieuze straten, maar tot onze grote opluchting reed hij er voorbij. Een straat op vijf verderop sloeg hij af en zagen ze aan de rechterkant ineens een soort walhalla (oké, het kan liggen aan de busrit, onze vermoeidheid en het tijdstip, maar toch). Het zag er beter uit dan we hadden durven dromen: een fraai compound met fraaie kamers om een hofje. We werden bij een van de kamers afgezet en de vriendelijke jongen droeg zelfs onze backpacks naar binnen. Aangezien we ondertussen al meer dan 24 uur op weg waren, besloten we maximaal lang te slapen tot we uit moesten checken en daarmee het inbegrepen ontbijt maar aan ons voorbij te laten gaan. Na een heerlijke nacht slapen, kwam we net voor 11:00 met onze spullen naar buiten, waar we vrolijk door het personeel begroet werden. “Would you like some coffee?” Ja natuurlijk, dat kan nog wel even! We werden verzocht te gaan zitten op het mooie terras in het midden en even later kwamen ze aanlopen met de koffie voor Wouter en water voor Linda. En terwijl we rustig aan het drinken waren, kwam er ineens een vrouw aangelopen met een dienblad met ontbijt! Hoe ontzettend vriendelijk van ze om dat alsnog voor ons te maken. We hebben dan ook duidelijk laten weten hoe dankbaar we waren, want dit kwam echt op een goed moment. Toen we klaar waren met eten, vroeg de jongen van de motor waar we nu heen wilden. We hadden een paar nachten in Ubud geboekt, dus we vroegen of we het beste weer naar de bus terminal konden lopen om met een bus naar Ubud te gaan. Hij dacht er even over na en raadde ons aan om de taxi te nemen. Hij dacht dat dit zo’n 250.000 Rupiah zou kosten en we hadden zo’n 100.000 Rupiah per persoon voor de bus bedacht, dus weet je, waarom ook niet. “Oké”, zei hij, “dan ga ik een Blue Bird taxi voor jullie halen, want die zijn goed en eerlijk”. En hij sprong weer op z’n motor en vertrok, om een kwartier later terug te komen met een Blue Bird taxi. Fantastisch! De taxichauffeur laadde onze tassen in en we gingen op weg naar Ubud. De meter van de taxi begon op 7.000 Rupiah en liep rustig op. Tegen de tijd dat we er waren, stond deze pas op 150.000 Rupiah! Wat een geweldige optie was dit en wat een geweldige hulp van de mensen bij het hotel in Denpasar. Bali had, in tegenstelling tot Java, een geweldige start gemaakt.

Doordat we ziek waren geworden op Java, besloten we om onszelf op Bali een beetje te vertroetelen. Zo hadden we in Ubud bijvoorbeeld in een guesthouse een ‘superior room’ geboekt en die maakte zijn naam waar. Het bleek om een hele grote kamer te gaan in een hele mooie, serene omgeving. Het had openslaande deuren met een groot terras ervoor, waar we ’s ochtends ontbijt geserveerd kregen door de vrouw des huizes. Het was een beetje over the top, maar stiekem wel lekker. Het ontbijt was ook telkens geweldig: bananen pannenkoek, bananen tosti, omelet en telkens een bakje fruit erbij. Het enige minpuntje was de eigenaar. Zoals je inmiddels wel begrijpt, ziet elke Indonesiër in toeristen een kans om geld te verdienen, dus ook hij. Elke keer dat we hem zagen probeerde hij ons allerlei tours aan te smeren. Zelfs heel expliciet nee zeggen hielp niet. Ook bood hij laundry service aan voor 10.000 Rupiah per kilo meer dan de laundry die een deur verderop zat (waar hij het gewoon voor je heen bracht). En lopend door Ubud moet je nog steeds om de zoveel meter nee zeggen tegen iemand die je een taxi wil aansmeren. Ergens kun je het ze ook niet kwalijk nemen, want we zagen zat toeristen die gewoon lachend de portemonnee bleven trekken en elke genoemde prijs wilden betalen. Maar met dat als kanttekening, oogde Bali een stuk prettiger: meer natuur, mooie rijstvelden, mooie tempels etc. De straten waren wel heel krap en op de stoep lopen was nog altijd een uitdaging. We hebben het lekker rustig aan gedaan: een keertje naar de rijstvelden, een keertje naar het apenbos, een keertje naar het paleis en ondertussen eten op plekken waar ze expliciet vermelden dat ze mineraalwater gebruiken.

De laatste twee dagen op Bali verbleven we in Kuta. De gedachte hierachter was dat we zo alvast dicht bij het vliegveld zaten, want je weet maar nooit met dat verkeer in Indonesië. Bovendien is het aan het strand en we hadden nog geen strand gezien, dus waarom niet. Kuta bleek een erg toeristische plek te zijn, bomvol met Australiërs. Op het eerste gezicht verrassend, maar je moet je bedenken dat Bali ten opzichte van Australië is als Kreta ten opzichte van Nederland. Bovendien kun je er goed surfen en daar houden Australiërs blijkbaar ook van. We hebben het hier nog een tandje luxer gedaan door in een hotel te verblijven met eigen zwembad, want zwemmen hebben we ook nog niet veel gedaan tijdens onze reis. We hebben Indonesië dus afgesloten op een gemoedelijke manier, met een beetje zwemmen, geocachen en op het strand lopen. Zo probeerden we onze mindere tijd hier een beetje te compenseren. Maar je blijft hier een wandelende schatkist en dat zint ons niet.

  • 11 Augustus 2015 - 13:29

    H.louters:

    Lieve Linda en Wouter
    Ik zie al dat je het samen leuk hebt. Want jullie zijn al in diverse landen geweest.
    Maar het begint nu af te tellen he.Nog een goede 6 weken en we zien jullie weer even.
    Jullie hebben mij echt verrast om even te bellen met je trouwdag.Jullie hebben er zeker
    een mooie dag van gemaakt.In gedachten ben ik er bij geweest.Heel veel liefde en geluk voor julie
    beiden En veel liefs van oma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Wollie

Actief sinds 03 April 2015
Verslag gelezen: 318
Totaal aantal bezoekers 18491

Voorgaande reizen:

17 April 2015 - 01 Augustus 2016

Wollie Down Under

Landen bezocht: