Brisbane (nu toch echt)

Oké oké, we geven toe: De titel van het vorige verhaal was een beetje misleidend, maar hé, het had een titel nodig. Toen we onze camperreis begonnen, hadden we 40 dagen. Gedurende deze 40 dagen wilden we van Cairns naar Melbourne reizen, een reis van ongeveer 4000 kilometer. Brisbane ligt op zo’n 2000 kilometer van Cairns, dus hebben we als ijkpunt dag 20 gepakt om in Brisbane te zijn. We beseften ons onderweg echter dat we Brisbane als potentiële werklocatie ook echt wilden bezoeken, dus we moesten er iets eerder zijn. Dit gedeelte is gelukt: Dag 18 kwamen we bij Brisbane aan. De 2000 kilometer is ietsje hoger uitgevallen door ons rondje om Cairns heen en we zitten al op de 2800 kilometer. Hmm… Ach ja, we zitten niet aan een bepaald aantal kilometers gebonden. Als we verder maar een beetje uitkomen en op dag 40 in Melbourne zijn.

In de buurt van Brisbane merkten we al dat we in de buurt kwamen van een grotere stad: De tot dan toe eenvoudige highway werd een volwaardige freeway, dat meer op de Nederlandse snelweg lijkt, met op- en afritten. Ook werd het er wat drukker (lees: We zagen eens wat andere auto's om ons heen rijden). We hadden een strategie nodig om de stad te bezoeken, want dichtbij steden zelf zijn er minder campings beschikbaar en de campings die er zijn, zijn wat duurder. En wat doe je dan? We hebben gekeken naar de mogelijkheid om via Airbnb bij mensen thuis de camper op de stoep te mogen parkeren, maar deze bleek helaas niet beschikbaar op de door ons gewenste datums en ook niet helemaal aan onze wensen te voldoen. Dus besloten we naar een camping te gaan die niet te ver van het centrum van Brisbane af ligt en waar de bus naar het centrum praktisch voor de deur stopt. Dit was ook nog eens de eerste keer dat we twee nachten op dezelfde camping doorbrachten.

Zo gezegd, zo gedaan. Op aanraden van het campingpersoneel namen we de bus om twee zones af te leggen naar het centrum. Het bijkomende voordeel hieraan was dat we op dezelfde kaartjes in totaal twee uur binnen de zones rond mochten reizen. Ook mochten we de kaartjes gebruiken voor de zogenaamde CityCat, een catamaran veerboot die over de Brisbane River door de stad vaart met vele leuke stops tussendoor. Zo hadden we de gelegenheid Brisbane van alle kanten te bekijken. En het voelde meteen goed. Oké, het mooie weer hielp mee, maar Brisbane zelf heeft een leuke uitstraling, aardige skyline en het voelde gewoon goed om in de stad rond te lopen. We hebben de rest van de dag besteed aan het rondlopen door het centrum van Brisbane en een beetje van alles te zien: parken, winkelstraten, kantoorgebouwen. De dag erop hebben we het nog eens gedaan, met als aanvullend doel een Nederlander te spreken waarmee Wouter via via in contact was gekomen en die twaalf jaar geleden naar Australië is geëmigreerd. Want je kunt zelf wel rondlopen in een stad en kijken hoe het aanvoelt, maar om de verhalen te horen van iemand met dezelfde afkomst is natuurlijk nog sterker. Die weet de parallellen te leggen met het reilen en zeilen in Nederland. Ook zijn we nog langs een uitzendbureau gegaan om te kijken wat zij voor ons zouden kunnen betekenen, mochten we hier willen gaan werken. Al met al een interessante afwisseling van de vele natuur die we tot nu toe met de camper bezocht hadden, maar ook direct een reality check naar de volgende fase van ons avontuur.